Muzieksleutel: de sleutel in muziek

Een sleutel in muziek, oftewel muzieksleutel zijn er in 3 verschillende soorten. Twee van deze ben je vast al vaker tegengekomen: de F- en de G-sleutel. De C-sleutel is vaak iets minder bekend. Maar wat doen deze sleutels en hoe gebruik je ze in een notenbalk?

Wat zijn sleutels?

Sleutels, ook wel muzieksleutels genoemd zijn tekens aan het begin van de notenbalk. Elk symbool geeft aan hoe de verschillende noten na deze sleutel gespeeld moeten worden. Door dit teken kan het dus zijn dat een notennaam van een stamtoon zomaar niet hetgeen is wat jij denkt dat het is. We hebben hier al kort de aandacht aan gegeven maar zullen er in dit artikel nog dieper induiken.

In totaal heb je drie verschillende sleutels waar men gebruik van maakt. Zo heb je de G-sleutel die ook wel de vioolsleutel wordt genoemd, de F-sleutel (bassleutel) en de iets minder bekende C-sleutel. Meestal wordt er in een muziekstuk maar één van de drie per notenbalk gebruikt. Maar het kan ook prima voorkomen dat er opeens gewisseld wordt. Dit maakt het alleen wel verwarrend waardoor het meestal niet wordt toegepast.

De G-sleutel

G-sleutelDe G-sleutel is meestal de sleutel die bij een pianostuk bovenaan staat. De F-sleutel staat hier dan meestal onder zodat de linkerhand en rechterhand duidelijk aangegeven zijn. Meestal wordt de G-sleutel dan ook met de rechterhand gespeeld. Door deze tekens toe te voegen weet je hoe laag en hoog je moet spelen of zingen. Deze variant is tevens de belangrijkste van de drie en wordt ook het meeste toegepast.

De naam van deze sleutel komt doordat één van de uiteinden van dit teken op de G eindigt. Je begint met de grote stip onderaan, gaat daarna omhoog en maakt een aantal krullen. Op het einde gaat de laatste krul door de streep heen die de G aangeeft. Dit is de tweede streep op een notenbalk. Doordat je weet welke noot bij deze lijn hoort kun je de rest van de stamtonen ook ontdekken. De G-sleutel wordt ook wel vioolsleutel en solsleutel genoemd.

De Franse vioolsleutel

In de 17e en 18e eeuw werd er ook een andere variant van de G-sleutel gebruikt genaamd de Franse vioolsleutel. Deze gebruikte hetzelfde teken maar plaatste deze op de eerste lijn van onder. Omdat dit veel verwarring bracht met de huidige variant hebben ze besloten om deze niet meer te gebruiken. Toentertijd werd het voornamelijk gebruikt voor fluit- en vioolpartijen. De andere instrumenten maakte gebruik van andere varianten.

De F-sleutel

F-sleutelZoals hierboven al genoemd wordt dit symbool meestal gebruikt voor de linkerhand bij het piano spelen. Dit komt omdat de lage noten op een piano vaak onder de lijnen van de G-sleutel terecht komen. Door het F teken toe te voegen los je dit probleem op. Dit verschuift namelijk alle lage noten naar boven waardoor het prima zichtbaar is. Het G teken wordt dus bij een piano voornamelijk gebruikt voor de hoge noten en het F teken voor de lage.

Hoewel bij de G variant het uiteinde bepalend was voor de stamtoon is het hier net iets anders. De grote stip geeft namelijk al de lijn aan waar de F zich bevind. Tussen de twee kleine stippen zie je de lijn nog duidelijker staan: deze lijn krijgt dus de stamtoon F. De rest van de noten kun je van daaruit zelf ontdekken. Zodra je wat meer hiermee bezig bent geweest zul je merken dat je alle namen van de lijnen gelijk al op kunt noemen. Maar voor nu is het wel handig om even wat extra informatie in handen te hebben om vanuit daar de rest zelf te kunnen ontdekken. Zo leer je ook sneller hoe de lijnen veranderen bij elke sleutel.

Contrabassleutel en baritonsleutel

De contrabassleutel en baritonsleutel zijn net als de Franse vioolsleutel eigenlijk niet meer in gebruik. Toch is het wel goed om te weten dat deze hebben bestaan. De contrabas werd op de hoogste lijn oftewel de vijfde lijn, geplaatst. De Baritonsleutel zat precies in het midden op de derde lijn. Deze sleutel werd zeer weinig gebruikt: vanaf de 19e eeuw was hij volledig verdwenen. De contrabas zou je in oudere muziekstukken van bijvoorbeeld Heinrich Schütz nog wel tegen kunnen komen. Hier werd het ook gebruikt voor de lagere baspartijen in het stuk.

De C-sleutel

C-sleutelDe C-, Do- of utsleutel is minder bekend. De lijn waar het midden van dit teken doorheen loopt wordt dan gebruikt als C. Dit teken heeft bij elke lijn een andere naam. Staat het op de eerste lijn? Dan heet het sopraansleutel. De tweede mezzo, daarna alt, tenor en als laatste bariton. Zo kun je voor iedere zanger alle noten zichtbaar maken. Op deze manier wordt er ook aangeven in welke toonsoort zij zingen.

Belangrijk om te onthouden bij deze variant is dat je goed let op de lijn in het midden van het teken. Er bestaat namelijk een grotere kans bij deze sleutel dat dit afwijkt van de standaard positie. Gelukkig kom je deze optie niet heel vaak tegen. Maar mocht je hem een keer tegenkomen weet je nu gelijk hoe je deze kunt lezen.

Het gebruik van sleutels

Nu je weet hoe alles eruit ziet heb je ook al aardig het gebruik ervan in de gaten. Om het nog een stuk makkelijker te maken hebben we hieronder een voorbeeld van de standaard posities geplaatst. Zo kun je gelijk even kijken of je het geheel begrepen hebt en heb je een overzicht voor later gebruik.

Sleutels

Snap je één van deze sleutels nou niet? Probeer het dan nog een keer door te lezen en kijk goed naar de voorbeelden die gegeven zijn. Mocht je het echt niet snappen kun je altijd ons een bericht sturen. Dan helpen wij je graag op weg om het wat duidelijker te maken. Het belangrijkste voor nu is dat je de G-sleutel en F-sleutel begrijpt zodat we verder kunnen met de stappen om muziek te leren lezen. Uiteraard is het wel handig als je het zelf op bladmuziek kunt noteren. Maar gelukkig kun je dit ook altijd doen met de sleutel die je wel begrijpt totdat je de andere ook te pakken hebt.

Het wisselen van sleutel op een notenbalk

Zoals eerder aangegeven komt het wel eens voor dat er in bladmuziek op de balk een andere sleutel wordt gezet. Dit is best even omschakelen en kan verwarrend werken. Vandaar ook dat het niet vaak voorkomt. Wanneer er veel hele hoge en hele lage noten worden gespeeld in een stuk kom je deze zogenaamde sleutelwisseling wel regelmatig tegen. Je zult dan goed moeten kijken waar de sleutel staat en wat er aan de tonen verandert. Naarmate je dit vaker hebt gezien zal dit logischer worden en kun je dit zonder te oefenen gewoon in één keer goed doen.

Schrik dus niet teveel, haal even adem en kijk rustig naar de veranderingen. Dan kom je er met deze bovenstaande informatie vast en zeker wel uit.